Swijghende Poeterije

In een boek kan men niet elk woord tussen haakjes zetten , zoals men niet elke schouw van een huis kan dichtmetselen voor de huilende wind. Maar een bouwsel dat van buiten het uitzicht van een huis vertoont en van binnen één gemetseld blok vormt, zou wel een aardige grap kunnen zijn. En dan bij voorbeeld op zon-en feestdagen een vlag aan de gevel! Smart en gal,- en dan een beetje dichterlijke vrijheid om te doen geloven dat de kleine vogelbek druipt van kersebloed. (M.Gilliams)

Naam:
Locatie: Belgium

woensdag, september 27, 2006

"SCHAKERS IN DEN DOP"

Alle begin is moeilijk! Dit is ook, voorzeker, op het Schaakspel toepasselijk.

Om eene behoorlijke partij schaak te kunnen spelen, gaat niet zoo maar : één, twee, drie ;
het is geen "hocus, pocus, pas!". Men moet zich hiervoor wel degelijk, een paar jaar ernstige oefening en studie, getroosten. Maar deze opoffering, zal men ongetwijfeld ruimschoots beloond vinden, want wie eenmaal met de vele finesses en schoonheden van het Schaakspel heeft kennis gemaakt en deze ook begrepen heeft, blijft zijn geheele verdere leven, zonder twijfel, erdoor geboeid, eraan gekluisterd.

Moge dit schaakwerkje, de lust tot kennismaking met het schaakspel, bij menigen leek aanwakkeren en aldus vele nieuwe "schakers in den dop" gevormd hebben, het zou aan zijn bescheiden doel, beantwoorden !

Dus nu lezers en hopelijk lezeressen, maar met goeden wil en moed, flink aan de slag !

('hoe leer ik schaken?' door W.F. Perquin en R. Noordijk - Drukkerij Lloyd Anversois N.V., 1944)


Partij 10 (p.45 - Hollandsche Partij.)

Wit. ---- Zwart.
Eduard Lasker. ---- Sir Thomas.


1. d2-d4 ---- f7-f5
2. Pg1-f3 ---- e7-e6
3. Pb1-c3 ---- Pg8-f6
4. Lc1-g5 ---- Lf8-g7
5. Lg5 x f6 ---- Le7 x f6
6. e2-e4 ---- f5 x e4
7. Pc3 x e4 ---- b7-b6
8. Lf1-d3 ---- Lc8-b7
9. Pf3-e5 ---- o-o
10. Dd1-h5 ---- Dd8-e7
11. Dh5 x h7 + !!! ---- Kg8 x h7
12. Pe4 x f6 + ---- Kh7-h6
(12. / Kh8, dan Pg6 mat ! )
13. Pe5-g4 + ---- Kh6-g5
14. h2-h4 + ---- Kg5-f4
15. g2-g3 + ---- Kf4-f3
16. Ld3-e2 + ---- Kf3-g2
17. Th1-h2 + ---- Kg2-g1
18. 0-0-0 + mat !!!

(de lange lijdensweg eens konings !)

Hoe Meesters in het spel, bij den elfden zet reeds, wel eens kunnen verrast worden ! !

vrijdag, september 08, 2006

Jean-Baptiste CARPEAUX

Ugolin-musée d'Orsay (Paris)

Ugolino 1862

Pisa, 13e E na Chr.
na verraad tov de keizer in diens strijd tegen de paus,
in een toren opgesloten; veroordeeld tot de hongerdood.
(Volgens de legende stierf Ugolini na het eten van zijn zonen en kleinzonen waarmee hij de cel deelde.)
Carpeaux rebelleert hier tegen de standaardnormen van de Villa Medici in Rome,waartoe hij behoorde.(1 à 2 figuren, onderwerp uit de bijbel of de Oudheid..)
Al heeft hij zich hier wel duidelijk geïnspireerd op de "Laocoön en zijn zoons" uit de Oudheid, in 1506 teruggevonden in Rome en in het Vaticaan geplaatst.(van 1799-de val van Bonaparte in 1813 in het Louvre-Parijs.)

2e E vr chr. - naturalistisch-pathetische richting in de
Hellenistische periode: voorliefde voor gecompliceerde en verwrongen houdingen en sterk pathetische uitdrukking van
gevoelens en hartstochten.
Toen het beeld gevonden werd ontbraken er enkele stukken:
het meest opvallende was het onderste gedeelte van Laocoöns rechterarm, die bij de elleboog afgebroken was. Paus Julius de 3de
hield een wedstrijd, waarbij men de houding van de arm kon bepalen. Een uitgestrekte arm won de wedstrijd, hoewel Michelangelo van mening was dat de arm gebogen achter Laocoöns hoofd moest zitten. In 1957 werd in Rome de originele rechterarm teruggevonden, die inderdaad gebogen was en achter Laocoöns hoofd hoorde.(dit bevestigt nog maar eens de virtuositeit van Michelangelo, die dus een uitstekende anatomische kennis bezat en trouwens voor zijn beeld "de stervende slaaf" de vorm van de Laocoöngroep heeft overgenomen, mét gebogen arm achter het hoofd.)


Het werk deed mij van bij de eerste aanblik denken aan de Sabijnse Maagdenroof van Giambologna(1583), door de compositie. In vele figuren van Bologna herkent men de "figura serpentinata": een van tevoren goed uitgedachte spiraalbeweging, waardoor het beeld vanuit iedere hoek een andere interessante verschijning krijgt.

Mijn voorkeur gaat echter uit naar Carpeaux's voorstudie in klei. De lijven drukken veel meer waarachtigheid uit. Het gelaat van de zoon, bijvoorbeeld, die aan Ugolins benen hangt, is niet helemaal uitgewerkt; het lijkt gedeeltelijk weggeveegd, waardoor de jongen nOg wanhopiger overkomt; alsof de beeldenaar het woord "smeken" in zijn gezicht probeerde te kneden.(hij moét zich zo lijfelijk uiten : zijn mond is meer een aanzet) Dit en andere details in deze schets(?) vond ik indrukwekkender dan de getormenteerde uitdrukking waarmee hij naar zijn vader opkijkt in het bronzen beeld.

Met alle respect voor de bronzen uitvoering van het werk. Het betreft hier een persoonlijke voorkeur, die ik probeer te verdedigen met de vertaling van een gewaarwording,- zonder veel kennis van zaken maar likkend aan dropjes zweet van ge-leerden. (een vreemde verslaving; ik doe het gretig maar vaak onbeholpen)

Lou.