Van Rijssel, Daniël:ik kom nooit ergens echt van pas
Laatst, in de Sleghte in Gent, heb ik er lang naar staan kijken (niet naar hem; wel naar het boekje) en uitermate origineel: geprikkeld door de droeve en terzelfdertijd wat ergerlijke titel, heb 'k 't dan maar meegenomen naar huis ("naar huis?Waar is dat? Ze hebben ons bedrogen!?Het staat niet op de kaart!!"-The Kift.)
Soms heb ik zo met de dichter te doen dat het lijkt alsof we van lijf hebben gewisseld, wat toch wijst op een vermogen om met zijn woorden iets over te brengen.
Later (..) meer over een wederkerend contrast dat mij in de komende gedichten erg aanspreekt en daarna, omdat ik bij zulk 'n gewaarwording aan diens zinnen moet denken- en misschien ook wel wat uit verslaving- nog een klein beetje Claus.
dag meisje lief dag lachende lieve vrouw
het leven gaat zoals het altijd ging en ik
loop mee zoals ik veertig jaar al liep
d.w.z. ik kom nooit ergens echt van pas
en of het al dan niet de moeite loont
ik kreeg de stille onmacht van verliezers lief en weet
dat weinig veel is voor wie niets verwacht
ik loop maar verder vaak totaal in 't honderd
D.Van Rijssel
dag meisje lief dag lachende lieve vrouw
vuil en geil als een bok dweil ik door de kamer
mijn verdichte en kaal gevreten verleden tijd
mijn troon van mest in een verzopen ploeterpoel
ja het gras is groener aan de overzijde van de heuvel
en ook hierbuiten moet een kleuriger toekomst zijn
maar ik sloot al de deuren af ram me koppig
te pletter lach en kruip huilend in een hoek
D.Van Rijssel
Laatst, in de Sleghte in Gent, heb ik er lang naar staan kijken (niet naar hem; wel naar het boekje) en uitermate origineel: geprikkeld door de droeve en terzelfdertijd wat ergerlijke titel, heb 'k 't dan maar meegenomen naar huis ("naar huis?Waar is dat? Ze hebben ons bedrogen!?Het staat niet op de kaart!!"-The Kift.)
Soms heb ik zo met de dichter te doen dat het lijkt alsof we van lijf hebben gewisseld, wat toch wijst op een vermogen om met zijn woorden iets over te brengen.
Later (..) meer over een wederkerend contrast dat mij in de komende gedichten erg aanspreekt en daarna, omdat ik bij zulk 'n gewaarwording aan diens zinnen moet denken- en misschien ook wel wat uit verslaving- nog een klein beetje Claus.
dag meisje lief dag lachende lieve vrouw
het leven gaat zoals het altijd ging en ik
loop mee zoals ik veertig jaar al liep
d.w.z. ik kom nooit ergens echt van pas
en of het al dan niet de moeite loont
ik kreeg de stille onmacht van verliezers lief en weet
dat weinig veel is voor wie niets verwacht
ik loop maar verder vaak totaal in 't honderd
D.Van Rijssel
dag meisje lief dag lachende lieve vrouw
vuil en geil als een bok dweil ik door de kamer
mijn verdichte en kaal gevreten verleden tijd
mijn troon van mest in een verzopen ploeterpoel
ja het gras is groener aan de overzijde van de heuvel
en ook hierbuiten moet een kleuriger toekomst zijn
maar ik sloot al de deuren af ram me koppig
te pletter lach en kruip huilend in een hoek
D.Van Rijssel